Sinds 1 januari 2005 dienen alle zeeschepen groter dan 300 ton uitgerust te zijn met AIS (Automatic Identification System). Dit transpondersysteem wordt wereldwijd gebruikt en werkt op de VHF kanalen 87 en 88. Vanaf 2012 zijn ook de Nederlandse binnenvaartschepen verplicht AIS aan boord te hebben. Voor de beroepsvaart is dit altijd een z.g. Klasse A transponder. Ook voor pleziervaart is het mogelijk om zogenaamde klasse B-transponders te gebruiken.

Voor het gebruik van een transponder heb je niet alleen een MMSI nummer nodig maar je moet je transponder ook aanmelden bij het Agentschap Telecom.

 

Via dit drop-down menu van de menubalk kan je snel aangeven wat je wél en wat je niet zichtbaar wilt hebben op je scherm.

 

De AIS-transponder (zender/ontvanger) op schepen zendt met regelmatige tussenpozen o.a. de positie, koers, snelheid en MMSi-nummer (het unieke maritieme registratienummer) uit. Om de twee tot tien seconden wordt er dynamische informatie, zoals positie, snelheid en koers verstuurd. Daarnaast wordt er om 6 minuten statische informatie, zoals het MMSi nummer, naam en andere eigenschappen van het schip verstuurd. Het kan dus soms wel even duren vóór deze info zichtbaar wordt op je scherm.

 

Als je het wat eenvoudiger wilt doen kan je ook kiezen voor alleen een AIS-ontvanger. Je kunt dan wel op je scherm zien wat er om je heen gebeurt, maar wordt zelf niet gezien door een ander schip.

 

Voor méér informatie over AIS hardware kijk je even op de speciale pagina over zender, ontvangers en transponders.

 

De baudrate voor AIS is 38400 in plaats van de standaard 4800 voor de meeste anderen NMEA-instrumenten. Met ingang van de versie 5 van OpenCPN zijn ook hogere baudrates mogelijk. OpenCPN is daarmee toegankelijk geworden voor nieuwere elektronica.

 

Namen van AIS objecten worden in het geheugen opgeslagen Als je dat niet wilt kan je in het configuratiescherm de regel EnableAISNameCache=0 toevoegen.

 

Zie ook AIS object, AIS instellingen, Dataverbindingen en AIS SART.